Archive for …Milan…

1. User generated content

Zeepbeltijdperk?

User generated content (UGC) is -als het aan mij ligt- alweer historie. Om een paar redenen:

  1. Ik kan het woord werkelijk waar niet meer horen, maar dat is misschien egoïstisch van me.
  2.  Ik denk dat in de toekomst het ‘on demand’ krijgen van content veel belangrijker wordt. Als je nu kijkt naar RSS en televisie, draait het daar al grotendeels om. 

Maar voorlopig zitten we nog in de dolle wereld van de zelfgeschreven en zelfgemaakte content. Daarom bekijk ik de meningen van drie mensen. Namelijk: een journalist, een internetgoeroe en  uitgever.

Ik citeer Journalist Herbert Blankensteijn: “De Volkskrant moet ervoor waken dat user generated content de norm haalt”. Dat betekent: het moet nieuwswaardig zijn, het moet mooi en interessant zijn, het moet kwaliteit hebben. “Burgerjournalistiek is maar nieuwerwetse onzin”, vindt Blankesteijn. “Het is een woord uit het zeepbeltijdperk, de dagen dus waarin internet nog van opgeblazen beloftes aan elkaar hing. Als webloggers echte journalisten waren, waren ze wel journalist geworden”, redeneert Blankesteijn. 

Opiniemaker, media theoreticus en internet activist Geert Lovink, heeft een theorie bedacht over weblogs die de gebaande wegen van de burgerjournalistiek overstijgen. Hij zegt dat blogs lijden tot verval en teloorgang. Waar het aan ontbreekt is het geloof in de boodschap die je plaatst. In plaats van berichten grotendeels te beschouwen als het promoten van jezelf, zouden wij ze moeten interpreteren als decadent vervaardigde berichten die indirect het huidige uitzendmodel ontmantelen…Klinkt mij persoonlijk wat onheilspellend in de oren. 

Spreker op de jaarvergadering van Britse uitgevers Les Hinton is boos op bloggers, omdat hij vindt dat ze een puinhoop van het journalistieke vak maken.Hij onderbouwde de puinhoop met de gang van zaken tijdens orkaan Katrina, toen bloggers melding maakten van rellen en verkrachtingen die er niet geweest waren.Volgens Hinton stelen de bloggers het publiek en de tijd van de lezers.Hij is duidelijk niet blij met UGC en wat dat betekent voor zijn markt. 

Maar laten we niet flauw doen en ook kijken wat de voordelen kunnen zijn. Voor het vinden van nieuws kan het heel handig zijn. Een burger die af en toe wat bijdraagt op bijvoorbeeld de website http://www.skoeps.nl kan toevallig op een plek zijn waarop belangrijk nieuws staat te gebeuren. Een journalist moet eerst gebeld en ingelicht worden, gaat dan naar het gebeuren toe en weg is je primeur. Want er staan al 15 andere journalisten te wachten op commentaar van Balkenende die toegeeft dat hij al jaren bijklust als stem van Donald Duck, de eend zonder broek. Ik ben Jan-Peter en ik doe Donald Duck na: “pgeheghegheghe!”.  

Opiniemakers kunnen ook wel varen bij UGC. Zij kunnen ongezouten hun mening geven, waar dat anders misschien niet mogelijk geweest was. Iedereen heeft een platform voor zijn ideeën. Informatie en kennis doorspelen lijkt mij ook een goede ontwikkeling mits er goed wordt gekeken naar de bron en er niet klakkeloos geknipt en geplakt wordt.

Wat betekent dit voor ons? De redacteuren? Wij hoeven niet bang te zijn, er zal werk voor ons zijn zolang je niet koppig met tunnelvisie naar de geschreven pers blijft kijken. Volg ook de ontwikkelingen op het internet. Op de verschillende blogs en sites zullen altijd redacteuren gevraagd worden. 

Bronnen: 

2. Openbaarheid

www.rarararawiebenik.nl

Anonimiteit op het internet bestaat niet. Het bestaat gewoon niet, helemaal niet. Naïviteit is overbodig. Je moet je wapenen tegen alle mogelijke insluipers. Op Google worden je zoekopdrachten opgeslagen, bij elk bezoek aan een website wordt je informatie opgeslagen in een cookie en je vult hier en daar doodleuk je gegevens in voor een nieuwsbrief, prijsvraag of je wil iets bekijken maar je moet eerst lid worden en inloggen. Nou vooruit dan maar weer. Weer je naam en postcode ingevuld.

De enige manier waarop dit veelbesproken onderwerp opgelost kan worden is als mensen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun uitspraken en daden op het net.

Aangezien er teveel mensen zijn die dit niet doen ben ik het een met Tofik Dibi, werkzaam voor Groenlinks in de Tweede Kamer. Hij zei in Buitenhof: “Het is tijd om kinderen op de basisschool, als onderdeel van het vaste lesprogramma, te onderwijzen in mediakritiek. Wat zijn stereotypen? Hoe staat het gebruik van media in relatie tot een verstoord zelfbeeld, overgewicht en ongezond eten? Hoe zorgt anonimiteit op het web voor een vrijplaats voor pedoseksuelen, uitbuiters en extremisten?” Passieve consumentjes worden zo kritische burgertjes!

Hij zegt eigenlijk dat je dus niet dingen moet gaan verbieden –want zoals we allemaal weten, wil je het dan juist!- maar moet je het probleem preventief aanpakken waardoor iedereen in ieder geval de mógelijkheid heeft zijn eigen weloverwogen keuze te maken. Verder moet de overheid ervoor zorgen dat zij het de burger mogelijk maken om op anonieme wijze gebruik te maken van het internet. Nu wordt dat vaak nog tegengewerkt. Kijk naar DigID, het gemeenschappelijk systeem voor de overheid om je identiteit vast te stellen. Schrijvers mogen hun boeken wel uitbrengen onder een pseudoniem of zelfs anoniem maar op het net word je altijd in de gaten gehouden. Jurist Anton Ekker heeft dit o.a in een proefschrift geschreven onder de titel Anoniem communiceren: van drukpers tot weblog. Verder zegt hij dat anonimiteit beperkend kan werken in de communicatie tussen burgers. Mensen uiten zich makkelijker als ze anoniem zijn.

De verwekker van het internet heeft ook een mening en natuurlijk hangen we aan zijn lippen, dames en heren: Tim Berners-Lee! Nog één keer komt hij ten tonele op mijn log om jullie uit te leggen wat hij van de anonimiteit op het web vindt. “Het probleem is ernstig. Gebruikers zouden zich bewust moeten zijn van het misbruik dat verschillende bedrijven maken van de persoonlijke informatie die verkregen wordt”. Zijn vereniging heeft een speciale ‘tool’ ontwikkeld, genaamd: P3P. Het stukje vernuftige techniek vergelijkt de privacy policy op de website met een door jou zelf ingestelde persoonlijke policy. Als deze niet overeenkomt met die van jou zelf, weet je genoeg. Berners-Lee vindt verder dat elke website verplicht een policy zou moeten hebben én als dat niet gebeurt er een wettelijk bekrachtigde policy moet worden opgesteld, die de gebruikers de hoogst mogelijke bescherming geeft.

Herbert Blankesteijn die in het dagelijks leven journalist is met een speciale belangstelling voor nieuwe media, is tegen anonimiteit. “Waarom zou je anoniem willen zijn? Nergens om, vind ik bijna altijd. Ik schrijf hier onder mijn eigen naam; waarom zouden jullie die reacties intikken dat niet doen? Ik erger me aan al die flauwe schuilnamen, dus wees een vent – ook als je een meisje bent.” Natuurlijk gaat het hier over een veel breder onderwerp. Het gaat niet alleen om schuilnamen. Ik betwijfel of Herbert deze uitspraak ook zou doen als zijn vrouw ’s avonds onder zijn (achter)naam pornosites zou bekijken… 

Bronnen: 

3. Multimediaal uitgeven.

Zoek een geslaagde site die vakinformatie geeft zonder dat er eenpapieren versie van bestaat: 

FNV E-zine van (nee maar!) de FNV. Wekelijks brengen zij een E-zine uit die door 11.000 mensen gelezen wordt. Iedereen kan zich op dit e-zine abonneren door je e-mailadres in te vullen. Daarna krijg je elke woensdag het blad in je postvak. Ook is dit E-zine op de website terug te vinden. 

Mijn selectiecriteria waren:    

  • De site moet periodiek nieuwe informatie verstrekken.
  • De informatie moet betrekking hebben op degene die het uitbrengt, in dit geval de FNV.
  • De informatie moet door redacteuren geschreven zijn, het mag geen user generated content zijn. 

Zoek een site die naast een tijdschrift bestaat en daaruit is ontwikkeld, maar die wel duidelijk meerwaarde heeft: 

De website van de Viva is een goed voorbeeld. Op deze site vind je een druk bezocht forum waar je actief kan meepraten over alles wat in de Viva wordt besproken en meer. Verder wordt er op de site gezocht naar mensen die in het blad willen staan. Er is een prikbord voor allerlei oproepjes; stageplekken, vrienden, auto’s, cd’s, ze worden allemaal aangeboden en gevraagd. Verder is er nog een poll, een Viva-hyves, een webwinkel, een klik en win actie en worden er Viva-tips gegeven over uiteenlopende onderwerpen. 

Mijn selectiecriteria waren:

  • Er moeten aantoonbaar veel (interactieve, multimediale) extra’s zijn.
  • De bezoeker van de site moet actief kunnen participeren en de zender en ontvanger moeten elkaar kunnen beïnvloeden. 

Geef in 5 regels weer hoe jij jouw toekomst ziet als redacteur en in hoeverre deze module en hetwerken met het weblog je daarbij van pas zal komen:

Als ik denk aan het redacteurschap, denk ik niet meteen aan een website, laat staan een weblog. Toch denk ik dat het in meerdere mate belangrijk is dat je om kan gaan met de steeds meer evoluerende ontwikkelingen rondom het internet. En om die reden, denk ik dat deze module belangrijk was. Maar ik zou persoonlijk niet snel als webredacteur willen werken. De weblog was vooral zinnig om een beeld te krijgen van alle ontwikkelingen en mogelijkheden. Een vrij natuurlijk manier om je in de stof te verdiepen.

Van Dale helpt

mul·ti·me·di·aal (bn.)

1 met gebruik van vele soorten middelen
mul·ti·me·dia (de ~ (mv.))

1 [comp.] techniek of toepassing waarin tekst, beeld en geluid geïntegreerd zijn
2 [bk.] kunstvorm waarbij verschillende disciplines binnen één project gepresenteerd worden

Als we de van Dale mogen geloven is multimediaal niets meer en niet minder dan het gebruik van vele soorten middelen. Als je bij multimedia kijkt, krijg je al een beter beeld van dit woord. En crossmediaal? Die staat niet eens vermeld in de de van Dale.

Indira Reyneart praktijkdocent nieuwe media aan de universiteit van Utrecht en media adviseur, legt crossmedia op een simpele manier uit. Het gaat om de sprong die content maakt van het ene medium naar het andere. Televisie kijken op je mobieltje, bijvoorbeeld, maar ook een virtuele tak van je bedrijf opzetten in Second Life, een smsje sturen naar Idols, samen met vriend of vriendin via MSN een virtueel kind opvoeden (Eccky). Allemaal zuivere vormen van crossmedia. Een combinatie van multimedia en interactie, simpel gezegd.

Daarom denk ik ook dat multimedia een voorganger is van crossmedia. Waar bij multimedia, tekst beeld en geluid samen worden gevoegd in digitale vorm (een zuivere vorm van multimedia is bijv. een dvd kunnen afspelen op je tv) is er bij crossmedialiteit al veel meer sprake van het samengaan van media én interactie. De gebruiker is meer betrokken bij het medium.

Maar Indira zegt ook dat je pas echt kan benoemen wat crossmedia is, als je kijkt naar het woord wat erachter wordt gezet. bijvoorbeeld: crossmedia campagne, crossmedia concept, crossmedia format, crossmedia onderzoek, crossmedia communicatie, etc.

Belangrijk bij crossmedialiteit is de platformonafhankelijkheid . Ja dat klinkt natuurlijk weer mooi maar whattaaafuck is dat?

Het is de mogelijkheid een bestand te tonen, te printen of te bewerken op welk computerplatform dan ook, zoals pc’s, Mac’s en UNIX-werkstations. En bij crossmedialiteit en multimedia gaat het dan speciaal om digitale formaten die met sommige softwareprogramma’s kunnen worden opgeslagen in verschillende platform formaten voor het uitwisselen van beelden tussen computersystemen. Als dit niet mogelijk is, kan er geen crossmedia of multimedia bestaan. Omdat de samenwerking en uitwisseling tussen de verschillende bestandstypen tussen verschillende media niet mogelijk zijn.

Ik geloof dat de verschillende termen in de toekomst zullen blijven bestaan. Zoals Ludo Simons al zei toen hij over de digitalisering van boeken sprak: Het gaat allemaal ‘dakpansgewijs’, zoals je ‘plakken mozzarella op schijfjes tomaat kunt leggen’: alle vormen worden onverkort behouden. Wél zullen er toevoegingen komen, zoals crossmedia een toevoeging geeft aan multimedia.

bronnen: LexisNexis, vandale.nl, crossmediaforum.web-log.nl, grafisch gloassarium op roulertaprofessional.be

Dag ezelsoor?

Het was lang geleden op een koude winterochtend dat ik snel mijn bed uit wipte, mijn vale, roze badjas om me heen sloeg en op blote voeten de trap af snelde. Het was 11 december 1991. Ik verheugde me op een boek.

Ja, ik verheugde me op een schitterend boek. Want ik was jarig, en vroeg aan mijn oma een boek van Annie M.G Schmidt. Hij lag mooi ingepakt op de glimmende zwarte klep van de piano, ik wist het wel!

Daar denk ik aan als ik hoor dat boeken gedigitaliseerd worden. Maar er klopt iets niet aan. Boeken moeten er in elk huis zijn. Je moet ze voelen, ruiken en beleven waar je maar wilt. Boeken zijn voor mij gevoel. Als ik voor iemand een boek koop, zoek ik precies dat boek dat bij diegene past. Als ik nou eens verder kijk dan dat gevoel, zie ik ook een heleboel voordelen aan dat gedigitaliseer. Laten we het eens over praktische zaken hebben. Ik lijk wel een oud wijf…

Wat vind ik eigenlijk van deze ontwikkeling? Om dat uit te zoeken halen we er een expert bij:  Ludo Simons,  hoogleraar boek- en bibliotheek wetenschappen aan de UA. Hij is ervan overtuigd dat boeken er altijd zullen zijn. Hij ontkent de opeenvolging van een oraal, een scribaal, een typografisch en een digitaal tijdperk. Het gaat allemaal ‘dakpansgewijs’, zoals je ‘plakken mozzarella op schijfjes tomaat kunt leggen’: alle vormen worden onverkort behouden.

Al sinds de 19de eeuw wordt het einde van het boek en zelfs van de literatuur of de kunsten voorspeld. Charles Baudelaire was als de dood voor de opkomst van de fotografie die de echte kunst geheel zou bederven; de opkomst van de fiets, noteerde Edmond de Goncourt in zijn dagboek, zou een eind maken aan de verkoop van boeken, ‘in de eerste plaats vanwege de prijs van het trapkarretje, en vervolgens vanwege de tijd die het wielrijden de mensen kost, waardoor ze niets meer overhouden om te lezen. Nog meer profeten en doemdenkers voorspellen een papierloze maatschappij, want Google, Yahoo en andere ‘zoekmachines’ maken de bibliotheken overbodig.

Over doemdenkers gesproken: John Updike! Hij schreef in The New York Times dat hij de massale digitalisering van boeken rampzalig vindt. Updike is bang dat het boek zal moeten buigen voor de mores van bloggers en andere doe-het-zelvers op internet. Straks kan iedereen met een computer naar hartenlust in boeken ‘knippen en plakken, er opmerkingen en ‘links’ bij plaatsen voor andere lezers, en zelfs passages met andere teksten mixen – zoals een muziekluisteraar z’n eigen playlist samenstelt op zijn iPod.

Goh,…

laat ik er nog eens een SWOT-analyse tegenaan gooien!

Zwaktes en bedreigingen:

De ontlezing, de concurrentie van tv, computer en ander elektronisch vermaak, de verdwijning van de kleine boekhandel – en dan nog de nieuwe initiatieven op internet, die de complete economie van het boekwezen dreigen te ondergraven. En dan nog het feit dat veel mensen een boek lezen achter de pc net zo onnatuurlijk vinden als een maaltijd nuttigen op de wc. Het auteursrecht is ook een belangrijk onderdeel van de online leesboeken business.  In Amerika suewen ze elkaar bij het leven. Deze ontwikkeling kan je vergelijken met het downloaden van muziek.

Sterkten en Kansen

Uitgevers en bibliotheken beginnen te beseffen dat boek en internet elkaar kunnen versterken. Initiatieven schieten als paddestoelen uit de grond. Het Google Library Project, Amazon, websites van bibliotheken, online-antiquariaten en -encyclopedieën, podcasts van boekenprogramma’s en luisterboeken voor de mp3-speler, zijn allemaal al toegankelijk. Bovendien wil het OpenLibrary-project belangrijke boekencollecties op het web gratis toegankelijk maken.

De conclusie die ik hieruit trek is dat de boekenbranche om is, maar de lezer nog even tijd nodig heeft om te wennen. Ook wel logisch als je bedenkt dat de boekenbranche denkt aan geld verdienen en de lezer aan het op de bank liggen met een mooi boek. In historisch opzicht vind ik het ook een goed idee. De boeken kunnen zo vereeuwigd worden en veilig bewaard worden. Kortom digitale ezelsoren zullen in ieder geval voor het bedrijfsleven een grote rol gaan spelen. Of de consument in de toekomst overal (en óók in de wc!) televisieschermpjes installeert om een boek te lezen waar hij wil, betwijfel ik.

Bronnen: LexisNexis

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet!

Vandaag zat ik weer eens uit mijn pittoreske neusje te eten, we hebben immers nooit genoeg huiswerk te maken. Ik dacht, laat ik mijn glazen bol weer eens tevoorschijn halen. Dus ik liep naar zolder en veegde de stof en het spinnenrag van mijn glazen bol. Hij was nog een beetje groen uitgeslagen maar ach een beetje quick ’n brite en hij was zo helder als koffiedik…

Wat zag ik?

E-mail zal steeds minder gebruikt worden, althans niet in de vorm die wij nu kennen. Nu wordt e-mail bedreigd door virussen, wormen en Trojaanse paarden, de zogeheten malwarevirussen. Deze ‘doorgeefcadeautjes’ komen mee met verstuurde berichtjes, of bij het overhevelen van bestanden zoals foto’s of mp3’tjes naar de eigen pc.

In het verlengde daarvan komt er een vloedgolf van phishing. Dat zijn echt uitziende berichtjes waarin gehengeld wordt naar privé-gegevens. ‘Dat gaat enorm toenemen’, voorspelt Gertjan Vroon van G Data Security Labs.

Uiteindelijk is het een kwestie van tijd tot de georganiseerde misdaad erachter gaat zitten. Eerst was het een plaag, maar de spam krijgt nu steeds meer een frauduleus en crimineel karakter.

Jarenlang hoorde je alleen maar goede berichten over de mogelijkheden van e-mail.        Er lijkt nu een keerpunt te zijn gekomen. E-mail is verandert in een instrument voor hackers dat het gemak van de communicatie en commercie via de mail bedreigt. De digitale criminaliteit heeft het vertrouwen in e-mail geschaad waardoor sommige bedrijven gedwongen worden alternatieven te gebruiken zoals Instant Messaging (IM) en persoonlijke webagenda’s. E-mail geeft criminelen namelijk iets essentieels: anonimiteit, zegt Bruce Townsend, coordinator cybercrime investigations voor de Geheime Dienst in Amerika. 

In de toekomst worden stemgeluid en video geintegreerd in e-mails om de echtheid en de veiligheid te garanderen. Mail zal meer en meer gebruikt worden in combinatie met telefoon en televisie, interactieve mails worden heel gewoon. De mail zal op een gegeven moment de papierwinkel verslaan.

Volgens een onderzoek van het Pew Internet & American Life Project zal Instant Messaging het e-mailen doen vergeten. Tieners in verschillend groepen zeiden dat zij het bekijken van e-mail zien als iets dat je gebruikt om te praten met oude mensen, instituten of om ingewikkelde opdrachten te versturen naar grote groepen. Als het gaat om geschreven  gesprekken, vooral onder vrienden, is online instant messaging een duidelijke keuze voor de jeugd van nu.

Ook is het mogelijk dat we juist een stukje teruggaan naar het verleden. Neem nu Skype. Skype is een klein stukje software waarmee je over het Internet kan telefoneren.  Ja! Telefoneren, deze Tyrannosaurus rex van de communicatie mag weer! Zodra je het hebt gedowload en geinstalleerd kan je o.a bellen, chatten, smsjes versturen en videogesprekken houden. Groot nadeel is wel dat degene die je belt het programma ook op zijn computer moet hebben staan.

Ik denk dat e-mail een toekomst heeft. Maar zeker niet in de vorm waarin we hem nu kennen. Er is een hogere beveiliging nodig, die samenwerking van landen vereist. Bovendien wordt e-mail veel interactiever. Instant messaging zal een nog grotere gaan spelen dan mail.

De glazen bol is wazig geworden, ik wrijf er nog eens met wilde bewegingen overheen, maak wijde magische bogen met mijn armen en de bol valt met een doffe klap op de grond. De eerder groen uitgeslagen toekomst is roze geworden!

Bronnen:

http://www.clickz.com/showPage.html?page=2168761

http://reviews.cnet.com/4520-6028_7-6301361-1.html

http://www.usatoday.com/tech/news/2004-06-14-email_x.htm

En diverse bronnen uit LexisNexis (Brabansts Dagblad, De Stentor, De Telegraaf)

Eerlijk zullen we alles delen?

De Sint is reeds gearriveerd in ons kikkerlandje. Oh oh oh wat een feest!

Volgens de klassieker ‘zie de maan schijnt door de bomen’ zullen we van nu af aan alles eerlijk gaan delen. Dat is ook zeker het geval met user generated content. Dat zijn community-sites waarbij de gebruikers zelf de content produceren. De sites fungeren als een platform dat onderlinge communicatie en transacties tussen de gebruikers mogelijk maakt. Bekende voorbeelden zijn MySpace, YouTube, Wikipedia, Flicker of eBay. Die zijn succesvol omdat ze begrepen hebben waarop ze zich moeten focussen, namelijk het gebruiksgemak. Kan de gebruiker snel filmpjes en foto’s opladen of becommentarieren, kan hij op een eenvoudige manier een object kopen of verkopen, dat is de essentie.

Terug naar de Sint. Sint Nicolaas heeft in de loop der jaren zijn assortiment aan cadeaus moeten veranderen. Hij ging naar de inkooppiet en zag langzaam de snoezige jurkjes kant en klaar, de kaatsenballen in een net en letters van banket verdwijnen. Daartegenover stond een massale inkoop van computerspellen, furbies en dollz: de nieuwe barbies.

Zo gaat het ook met de user generated content. Deze vorm van delen manifesteert zich langzaamaan in allerlei soorten media, die oudere vormen van internettoepassingen doet vergeten.

Het Gentse bedrijfje Wikifonia bijvoorbeeld wil een website lanceren waar muzikanten legaal partituren kunnen publiceren en afhalen. “We willen een soort Wikipedia voor partituren worden, zegt Thomas Bonte, samen met Tom Deryckere en Benoit Catteau een van de drijvende krachten achter Wikifonia.

Ilse Media begint met het oog op het populairder wordende user generated content Hier.nl, samen met een nog onbekende partij. ‘Het laatste nieuws uit je eigen plaats of buurt, meld je nu aan als reporter en maak deel uit van het grootste nieuwsnetwerk van Nederland’, prijst de site zich nu al op internet aan, met daaronder een formulier waarmee iedere Amsterdammer zich kan aanmelden. Dit concept lijkt in te spelen op de bestaande site skoeps.nl waar elke inwoner van Nederland zijn nieuws-in-beeld foto’s en filmpjes kan plaatsen.

Daarnaast heb je ook nog Zizone.tv, een site die valt onder @Home van Essent Kabelcom, die filmpjes van consumenten gaat verzamelen en uitzenden. Nieuw is dat die óók op tv komen. 

Zelfs op het FVW-congres (over toerisme, zakenreizen en technologie) in Keulen waren ze het erover eens. User generated content gaat de dienst uitmaken op internet en straks ook in de nieuwe reiswereld. Ofwel (gelijkgestemde) reizigers informeren reizigers online.

Maar het interessantste is misschien toch wel om te kijken naar de stagnerende tijdschriftenmarkt. Dick Molman, bestuursvoorzitter bij Sanoma: ‘Het medium tijdschrift staat op zich niet onder druk, er zijn alleen meer titels nodig om dezelfde omzet te halen. Print is geen groeimarkt meer. De echte groei zit in online’. Met bekende sites als Nu.nl en Startpagina.nl is Ilse Media, de online-divisie van Sanoma Uitgevers, een van de grootste spelers op het Nederlandstalige deel van internet. Het bedrijf nam onlangs Kieskeurig.nl over, waarop consumenten producten vergelijken.                                                                                                                               Streaming content bedrijf HipTV en de Telegraaf Tijdschriften Groep (TTG) komen dit najaar met een site die volledig gericht is op entertainment voor en door het publiek, genaamd Clip’It. Met Clip’It moet de bezoeker een eigen podium krijgen en profiteren van gratis home made entertainment. Dus user generated content komt al in de tijdschriftenbranche voor al is het niet voor de feitelijke magazines.

User generated content,  is een goede en vanzelfsprekende volgende stap in de mediabranche. Alhoewel, niet iedereen is het daarmee eens. Idse de Pree van de TROS vindt het helemaal niet nodig om, net als de NCRV, mee te gaan in het circus rondom user generated content. ‘Een televisie station als de TROS is heel goed in het maken van interessante, informatieve programma’s voor een grotere doelgroep. Wie een video wil zien over het plakken van een fietsband gaat wel naar YouTube of Google Video’.

Hoe dan ook, ik denk persoonlijk dat user generated content, of ook wel authentic content, gezien moet worden als een mooie kans voor de tijdschriftenbranche. Er is tot op heden nog geen doorbraak geweest in het gebruik hiervan, maar er is beweging in de markt. Journalisten en redacteuren moeten alleen niet de arrogantie hebben om te denken dat mensen hen toch wel blijven lezen. Zij moeten vooruit kijken en meegaan met de digitale revolutie.                                                                                                                 Tijdschriftredacteuren zullen altijd wel aan de slag blijven, mensen willen toch lekker met een magazine op de bank hangen. Er is toch een degelijk verschil tussen journalisten en knutselaars/prutsers. Journalist Robert Briel zegt hierover: “Het fenomeen self publishing zal slechts een beperkte invloed hebben zolang het een hoog zondag-schrijvers gehalte heeft. Alleen de besten zullen aansluiting vinden bij gerenommeerde uitgevers, zoals nu bijvoorbeeld Emerce al een aantal webloggers heeft geadopteerd. De branding van Emerce geeft ze een zekere mate van autoriteit, Emerce profiteert van het blogger fenomeen.” Webloggers en gevestigde journalistiek zijn in die optiek niet twee partijen die tegenover elkaar staan; ze kunnen elkaar juist vooruit helpen. Webloggers leveren gespecialiseerde informatie, traditionele uitgevers bieden hen een institutioneel podium, en daarmee geloofwaardigheid. Aan de andere kant kan iedereen met de user generated content afzender en ontvanger van nieuws zijn en is betrouwbaarheid niet langer gegarandeerd.

Eerlijk zullen we alles delen? Dat is waarschijnlijk de toekomst. De vraag is alleen hoeveel mensen er daadwerkelijk aan toe zullen geven. En misschien is user generated content net als een tamagotchi nu, over een paar jaar vreselijk ouderwets en klampen we ons weer vast aan een andere ‘trend’. En zien we user generated content net zo snel weer verdwijnen als de Sint na Sinterklaasavond.

Bronnen:    

Lieve kijkbuiskinderen (recente ontwikkelingen)

Lieve kijkbuiskinderen,

Ongetwijfeld zullen jullie de discussies gehoord hebben over de televisie en de invloed die deze heeft op onze maatschappij. Sterker nog, bezorgdheid over die invloed bestond al voordat het Nederlandse volk de kijkbuis ook daadwerkelijk in de woonkamer had staan. Drees waarschuwde ons allen al voor de passiviteit die zou volgen en de verloedering van de ondertussen uitgekotste wormen en maden. Pardon? Normen en waarden.

Anno 2006 is deze discussie weer helemaal actueel. Alleen is het onderwerp van gesprek nu het ontastbare maar ó zo handige internet.

Op de website van BBC news valt te lezen dat Tim Berners-Lee, een van de ontdekkers van het internet, zich zorgen maakt. Hij zegt dat de snelle groei van het internet kan leiden tot toename van ‘undemocratic things and misinformation’, als deze ontwikkelingen niet gecontroleerd worden. Daarom wil hij een project beginnen dat bekijkt wat de sociale consequenties zijn van de ontwikkeling van het web.     

Meneer Berners-Lee zegt, dat het internet zorgt voor radicale veranderingen in de samenleving, en dat hij bezorgd is over de manier waarop internet gebruikt wordt. Tim ziet als het ware zijn kindje de pubertijd ingaan en vraagt zich af of Tim Junior wel opgewassen is tegen de grote boze mensenwereld. Waar mensen misbruik van hem kunnen maken, hem kunnen manipuleren en beinvloeden. Volgens een onderzoek van PEW naar de toekomst van het internet in 2020  zal het aantal virtuele verslaafden explosief gestegen zijn en internetterreur ons ook niet vreemd zijn. De maatschappij verandert, hoe dan ook. Zouden wij niet nog steeds in de jaren 50 zitten als de ‘brave’ televisie van toen ons zo had beinvloed.

Het parool meldde onlangs dat het internet sinds vorige maand de magische grens van 100 miljoen sites is gepasseerd. Daarbij moet je wel bedenken dat het gaat om webstekken met een domeinnaam en inhoud. Bovendien zijn iets meer dan de helft van alle sites niet of nauwelijk actief, trekken zij geen surfers en wordt de site niet ge-update.  Zou Tim Berners-Lee dit reden vinden voor een feestje of is zijn kindje uitgegroeid tot een terroriserende relschopper?

Het aanbod is er in ieder geval. In ‘second life’ heeft iedere man of vrouw met een internetaansluiting de mogelijkheid een geheel eigen wereld te creeren. Het is een virtuele wereld (3-d) die gebouwd en beheerd wordt door zijn gebruiker. Je maakt je eigen karakter en wereld en bepaalt zelf de regels. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat jongeren een tweede leven kunnen leiden zonder toezicht van ouders. Er ontstaat een eigen cultuur die heel gemakkelijk uitsluitend kan zijn voor volwassenen, zeker als de laatsten onvoldoende interesse en/of bemoeizucht laten zien.

Van de andere kant is er ook niets nieuws onder de zon: dat jongeren een eigen wereld creëren waarin volwassenen niet welkom zijn en waar volwassenen ook eigenlijk niet alles van willen weten, is van alle tijden. De blowfeestjes in de jaren zestig en zeventig in bruin en oranje geschilderde interieurs met visnetten en de ‘love-no-war-festivals’, waren ook niet toegankelijk voor ouders.

 Bronnen:

http://www.elon.edu/predictions/

http://www.nu.nl/news/833035/50/rss/Deskundigen_praten_over_toekomst_internet.html

http://www.parool.nl/media/2006/NOV/110206-miljoensites.html 

http://news.bbc.co.uk/2/hi/technology/6108578.stm

http://www.keesie.nl/news_view.asp?id=84

http://rps.hva.nl:2059/professional/document?_m=210975f4c6a657c6be0c1f107599b98a&_docnum=8&wchp=dGLbVzW-zSkSt&_md5=27c36b2ff57b579e48b766ae9c7437c6

 

Persoonlijke weblog formule Milan

De opdracht was: ‘ontwikkel een formule voor jouw persoonlijke weblog’. 

Missie & formule: 

Missie: Jongeren bereiken, en ze door middel van het bezoeken en lezen van mijn log:

  • Mogelijk een andere kijk op zaken geven

  • Mogeljkheid tot reageren/discussie

  • Op een kritische en humoristische manier onderwerpen aantrekkelijk maken (zonder de lezers te onderschatten)

  • Deelgenoot maken van mijn belevingswereld én beslommeringen

Mijn log moet informatief en opinierend worden (actuele gebeurtenissen in de samenleving).

Met af en toe een vleugje humor en vooral veel media. De doelgroep waarop ik mij richt is: jongeren in de leeftijd 18-25. Dit is voor mij een logische keus omdat ik zelf 20 ben en ga schrijven over onderwerpen die jongeren bezighouden. De invalshoek van waaruit ik schrijf is dus sociaal en informatief.  

Redactionele formule: Onderwerpen/rubrieken:

  • Actuele gebeurtenissen (nieuws)

  • Achtergronden

  • Media

De tone-of-voice is informeel, abn en jong. De schrijfstijl zal over het algemeen serieus zijn.

Toch wil ik de lezer prikkelen en daarom zal ik af en toe iets cynische/kritische opmerkingen plaatsen om de lezer uit te dagen de discussie aan te gaan. Daarnaast zullen er luchtiger onderwerpen geplaatst worden waarbij humor zeker een vereiste is. Dit wordt bij tv ook wel sandwichformule genoemd. Deze term spreekt voor zich. De artikelen zijn niet lang, max. 200 woorden. Als het artikele langer is wordt de lezer doorgelinkt naar een ander window met het gehele artikel. Mijn web-log zal advertentieloos zijn. Geen reclame of irritante banners. 

Grafische formule: 

Als ik beeld gebruik (foto’s, infographics) is het tekstondersteunend. Mijn log zal geen ‘plak’plaatjes gevatten of plaatjes om het geheel zogenaamd op te fleuren. Het log zal uit twee kolommen bestaan. Dit is helder en overzichtelijk. Voorbeeld: www.melovesmusic.web-log.nl (persoonlijk log). Er worden maximaal drie (achtergrond)kleuren voor de site gebruikt. Ik kies hiervoor omdat de tekst het belangrijkste is en je niet afgeleid moet worden door allerlei plakplaatjes en felle kleurtjes.